modern nation-state maandeeq union NU2011 EX-SOMALIE

modern nation-state maandeeq union NU2011 EX-SOMALIE
SAB END SAMAALE

A long way to go for peace

A long way to go for peace
somalia

HIDO IYO DHAQAN

HIDO IYO DHAQAN

Pageviews vorige maand

maandeeq leiden

maandag 26 september 2011

Somali beauty (Amira Ahmed is Half somali-Half philipino)

Webiyo Isu Ooman, iyo Xareedinta Qaraaxadda iyo Maanyeynta Codkii Magool...

Somalian Girl Singing Sudanise song.

Asha Abdow Kisuwahili Song

Asha Abdoo

Awes khamiis (waa kulla guuraa )

SOMALI BANTU ALI AND ISHA WEDDING

HEES - XAMAR CADE

'Somaliërs geven liever onderwijs en gemeente de schuld'


'Somaliërs geven liever onderwijs en gemeente de schuld'
Toine van Corven − 24/11/00, 00:00
Qat ligt gevoelig in de Somalische gemeenschap en zo zijn er meer taboes. De (legale) drug qat is een bron van echtscheiding en andere problemen. Veel Somalische mannen kauwen 's nachts qat. En overdag slapen ze.

O wee, als iemand daar iets van zegt. Zoals deze week in het Brabantse Berkel-Enschot, waar werd geconfereerd over Somalische jeugd en de toekomst. Conclusie: integratie is nog ver weg.

De congresgangers vormen een mix van Somalische mannen en vrouwen van 'zelforganisaties', vertegenwoordigers van instellingen, ambtenaren van gemeenten, provincies en rijk. De aanleiding: op tal van plaatsen gaat het met de integratie van Somaliërs (30000 in Nederland) goed fout.

Alarmerend waren onlangs berichten uit Tilburg-Noord, waar onderzoek heeft uitgewezen dat het treurig gesteld is met de criminaliteit (42 procent), werkloosheid (70 procent) sociale fraude (20 procent) en talenkennis.

Het CDA in de Tweede Kamer stelde onlangs vragen over de situatie in Tilburg. Waaraan denken veel Somaliërs dat het ligt dat er zoveel problemen zijn? Niet op de eerste plaats aan de Somaliërs zelf, klonk door op het congres. Eerder aan de gemeente, de school en de onderzoeker die 'stigmatiserende' cijfers presenteert.

Op de conferentie vertellen vier (bijna) afgestudeerde Somalische jongeren hun 'succesverhaal.' De Somalische discussieleidster A. Hersi, in Leiden afgestudeerd als politicoloog, schroomt echter niet ook netelige kwesties aan te snijden.

,,Nederland wil dat ik mij aanpas. Ik wil zelf de grens bepalen; mijn cultuur overdragen aan mijn kinderen'', zegt een studente. In wat staat de Nederlandse cultuur dat dan in de weg, wil Hersi weten. Verder dan 'hoofddoekje' komt de studente in haar antwoord niet.

Hebben de succesnummers ook vrienden die qat kauwen? ,,Wat is daar mis mee?''

Het onderwerp ligt gevoelig. De zaal komt in beweging. Qat ontwricht hele Somalische gezinnen en arbeidsrelaties. Echter: ,,Het is beter om over discriminatie te praten'', vindt een Somalische man.

De discussie zou, volgens program, nog een kwartier langer duren, maar vanwege de oplopende spanning, maakt de dagvoorzitter er gauw een eind aan. ,,Van qat mag je niks zeggen. Somaliërs zoeken de problemen niet bij zichzelf, maar geven liever anderen de schuld'', zegt discussieleidster Hersi achteraf.

F. Maalim, trainer bij Vluchtelingenwerk Nederland, krijgt het woord. De culturele kloof is zo groot, dat hij al blij is als 10 procent van de Somaliërs in Nederland succes heeft. ,,Buitenshuis is de opvoeding van kinderen een taak voor de school, vinden Somalische ouders. Zij voelen zich dan ook niet geroepen om over (de problemen van) hun kind te komen praten. Terwijl Nederlanders zich vertwijfeld afvragen waarom Somalische ouders niet komen opdagen. ,,Ergernissen door misverstanden'', aldus Maalim.

Met het schokkende Tilburgse onderzoek over Somaliërs is hij gauw klaar. 70 Procent van de Somaliërs werkloos? ,,Als iedereen van 0 tot 65 jaar tot de beroepsbevolking wordt gerekend, kom je daar wel op uit.'' 42 Procent crimineel? ,,Als je elke Somaliër die vier keer met de politie in aanraking komt voor vier Somaliërs telt.'' Waarom doen Somaliërs over wetenschappelijk onderzoek altijd zo sceptisch, vraagt iemand. ,,De wetenschap is niet gewend ons te onderzoeken. Er komt geen antwoord op vragen waar het over gaat.''

Een Tilburgse ambtenaar wil weten waarom veel Somaliërs uit Tilburg vertrekken. ,,Wat denkt u?'', ontwijkt Mimaad de vraag. De ambtenaar: ,,Door de onderlinge vetes.'' Mimaad verkiest te zwijgen. Een Somaliër in de zaal zegt het te weten. Het onderwijs is schuld. ,,Somalische kinderen krijgen hier op een veel te laag niveau les.''

De rijksambtenaar die als spreker optreedt, constateert dat de integratie 'niet helemaal perfect verloopt.' Er moet iets gebeuren. Werk, Nederlandse les en respect voor elkanders cultuur zijn sleutelwoorden. De Somalische gemeenschap zou bovendien minder afwachtend moeten zijn. Een goede raad aan Somaliërs richting Nederlandse maatschappij: 'Laat u de kaas niet van het brood eten.'

| |

'Somaliërs geven liever onderwijs en gemeente de schuld' - Archief - TROUW

'Somaliërs geven liever onderwijs en gemeente de schuld' - Archief - TROUW

donderdag 15 september 2011

Somali Dhoylaay Magool Radio Jigjiga

supermodels of somalia


Een delegatie van de SP is deze week in Kenia om ontwikkelingsprojecten te bezoeken. Hun weblogs kunt u volgen op deze site. Kamerlid Ewout Irrgang bezoekt een Somalisch vluchtelingenkamp het noorden van Kenia. Hij vraagt zich af hoe het door geweld geteisterde Somalië ooit weer een stabiele staat kan worden.

Door Ewout Irrgang

Soms stel ik mij voor om in Mogadishu als toerist een kopje koffie te
kunnen drinken in een vreedzaam Somalië. In een koffietent waar je met de
eigenaar een praatje kunt maken over die verschrikkelijke burgeroorlog die
gelukkig al lang voorbij is terwijl je ondertussen geniet van een prachtige uitzicht op de Indische oceaan. Maar dat moment zal nog wel even op zich laten wachten. Al twintig jaar duurt de burgeroorlog in Somalië
zonder dat er enig uitzicht is op een spoedig einde ervan.

Verpest door het Westen

Het is al jaren de grootste humanitaire crisis in de wereld door de dodelijke en zichzelf versterkende combinatie van burgeroorlog en voedseltekorten. Het is niet meer dan logisch dat u zich dan afvraagt wat we kunnen doen om een einde aan deze tragedie te maken. Maar het is helaas ook zo dat er geen gemakkelijke oplossing is. Erger nog is dat het Westen de burgeroorlog in Somalië tot nu toe alleen maar verlengd heeft.

De beste kans op vrede in de afgelopen twintig jaar heeft het Westen in 2006 verpest. In dat jaar ontstond door de opkomst van de islamitische rechtbanken voor het eerst een min of meer stabiele situatie. Maar het
Westen zag in de rechtbanken ten onrechte een nieuw fundamentalistisch bewind dat zo snel mogelijk moest worden verwijderd. Dat de islamitische rechtbanken dat niet waren kan het beste worden geïllustreerd door het feit dat hun leider (Sjeik Shariff) tegenwoordig is opgenomen in de door het Westen gesteunde ‘overgangsregering’ TFG (Transitional Federal Government.

De VS steunden in 2007 een inval van Ethiopische troepen die Somalië opnieuw in het moeras van de burgeroorlog heeft gestort. Ditmaal door de opkomst van de Al Shabaab die de islamitische rechtbanken heeft vervangen en vele malen radicaler is en met recht fundamentalistisch kan worden genoemd. Ethiopië heeft zich al weer teruggetrokken maar Somalië is nog steeds het toneel van eindeloze gevechten tussen de Al Shabaab en de door het Westen gesteunde TFG. De bevolking is zoals altijd het slachtoffer. Nog meer Somaliërs vluchten nu naar het buitenland. Meestal is dat naar Kenia.

Drie generaties vluchtelingen

Gisteren bezocht ik met SP-fractievoorzitter Emile Roemer, senator Eric Smalig en fractiemedewerker Riekje Camara het vluchtelingenkamp Dadaab in Noord-Kenia. Daar is na twintig jaar de derde generatie Somalische vluchtelingen geboren. Hun moeders zijn in het kamp geboren. Velen zullen nooit meer terugkeren. Maar in Kenia hebben ze geen recht om het kamp te verlaten of te werken. Een vorm van struisvogelpolitiek waar de vluchtelingen vooral zelf slachtoffer van zijn.

Kenia stelde zich als buurland tot nu toe redelijk neutraal op richting Somalië. Recentelijk probeert het echter samen met de VS door steun aan bepaalde milities (gelieerd aan de TFG) een ‘bufferzone’ op te zetten in het grensgebied met Kenia. Het zal waarschijnlijk leiden tot nog meer oorlog en nog meer vluchtelingen. Maar ook de EU gaat niet vrijuit. Sinds kort traint de EU soldaten van de TFG in Oeganda. De TFG is geen ‘good guy’ maar een disfunctionerende, alleen door het Westen overeind gehouden ‘overgangsregering’ die slechts beperkte delen van Somalië controleert. Enorme aantallen soldaten lopen over naar de Al Shabaab. De EU traint dus ook de Al Shabaab en verlengt daarmee opnieuw de oorlog. De Nederlandse regering doet gelukkig niet mee aan deze EU-traininingsmissie al zijn wij wel deel van de Europese Unie.

Misschien dat het mogelijk is om in het relatief stabiele Somaliland (Noord-Somalië) of in de toekomst zelfs in Puntland (Midden-Somalië) met ontwikkelingssamenwerking een kleine bijdrage te leveren aan het verbeteren van het lot van de Somalische bevolking. Maar vrede in Somalië zal uiteindelijk van de Somaliërs zelf moeten komen. Er is alle reden om sceptisch te staan tegenover pogingen van het Westen om de burgeroorlog in Somalië te beëindigen. Deze burgeroorlog niet verergeren was en is tot nu toe al teveel gevraagd. Toch hoop ik dat ik niet te lang meer hoef te wachten op mijn kopje koffie in Mogadishu.

M S Tubeec - nasteexo

M S Tubeec - jaawo geel

Een korte terugblik op het afgelopen jaar


Een korte terugblik op het afgelopen jaar

Voordat we begonnen met Maandeeq hadden we mooie theorieën. Het bereiken van mensen en vervolgens activeren van mensen uit de Somalische gemeenschap in Leiden. Nu blijkt dat de werkelijkheid toch nog wat weerbarstiger is dan we hadden verwacht. Sommige mensen haken af omdat vrijwilligerswerk ze onvoldoende brengt, anderen omdat ze niet gewend zijn op dit vlak actief te zijn. Zo zijn de twee nieuwe leden van het bestuur sinds korte tijd ook weer opgestapt. Een reden wordt niet duidelijk gegeven.

Na het opstappen van de 2 nieuwe bestuursleden zijn er nog 2 andere jonge Somaliërs actief geworden. Ze hebben zich vooral met het afgelopen suikerfeest beziggehouden. Vooral met het inzamelen van geld en het doen van wat boodschappen. Door een klein groepje Somaliërs is wat meer geld bijeengebracht. Zij ondersteunden van harte het doel van Maandeeq, het creëren van gemeenschapszin. Helaas hadden juist deze mensen maar weinig tijd vanwege hun eigen werk. Maar ze konden en kunnen ons af en toe goed ondersteunen.

De laatste Eid was een groot succes. Lekker eten, genoeg speelruimte voor de kinderen. En alles verliep rustig.

Mijn plan was direct na de Eid door te pakken met het sportgedeelte, dus voor jonge mannen een voetbalactiviteit op te zetten. Samen met Erica hebben we contact opgenomen met Sportbedrijf Leiden. Ze hebben helaas geen ruimte voor ons om te voetballen, wel om te basketballen. Toen heb ik nog gezocht naar een geschikt voetbalveld, maar helaas was daar ook alles al verhuurd en door de clubs in gebruik. Er is in Leiden niet zo heel veel ruimte om met een nieuwe club sportief aan de slag te gaan. Ik zie nu in dat het wat lastiger is dan ik van tevoren had bedacht. Wellicht zal ik dit plan dus op de wat langere termijn moeten plannen.

Op dit moment is het heel belangrijk dat de volgende Eid ook weer een succes wordt, zodat mensen er vertrouwen in gaan krijgen dat we als Vereniging echt wat voor elkaar kunnen krijgen. Het zou heel fijn zijn als ik hiervoor wat ondersteuning van de gemeente zou krijgen. Hierdoor wordt mijn eigen geloofwaardigheid ook wat groter. Ik geloof erg in eigen kracht, in eigen investeringen. Alleen is dit nog niet te doen gebruikelijk in Nederland, en hierdoor wordt mijn positie zwakker.

Als de gemeenschap ziet dat ik ook door de gemeente wordt ondersteund, wordt mijn positie sterker en kan ik meer bereiken. Op de wat langere termijn wil ik toch ook weer gaan proberen door middel van machtigingen lidmaatschapsgeld te vragen. Hierdoor kan de Vereniging makkelijker op eigen kracht zaken gaan organiseren. In plaats van iedere keer met de pet rond te moeten gaan.

Er heerst nu wat opwinding, mensen geloven dat er misschien wat verandering komt. Ze hebben een opkikker gekregen van het afgelopen suikerfeest. Daarom is het nu ook een geschikt moment voor investering zodat de mensen van de gemeenschap ook op de langere termijn wat actiever kunnen worden

Somaliers verbijsterd na rapport MJD

donderdag 8 september 2011

Ikraam iyo King Khaalid Hees cusub

Qatgebruik Somaliërs in Nederland onder de loep


Qatgebruik Somaliërs in Nederland onder de loep
31 augustus 2011
Het Trimbos-instituut start op 1 september met onderzoek naar qatgebruik onder Somaliërs in Nederland.

Het onderzoek richt zich op 3 deelvragen: de aard en omvang van (problematisch) qatgebruik in Nederland, gemeentelijke maatregelen rond qatgebruik en de gevolgen van een eventueel verbod op qat. Opdrachtgevers van het onderzoek zijn de ministeries van VWS, Veiligheid en Justitie en Wonen Wijken en Integratie.

Wat is qat?
Een deel van de Somaliërs in Nederland kauwt op de bladeren van de struik Catha Edulis Forsk, in de volksmond qat genoemd. Door de kauwen op qat komen de stoffen cathinone en cathine vrij die gevoelens van alertheid, energie en opwinding teweeg brengen.

Wat zijn de gevolgen?
Het is onduidelijk hoeveel qat er wordt gekauwd en wat de gevolgen zijn van veelvuldig qat gebruik. Wel is bekend dat frequent gebruik van qat invloed heeft op de gezondheid en dat sociaal- economische problemen veelvuldig voorkomen onder qatgebruikers. Daarnaast zorgt de distributie van qat voor overlast.

Onderzoek
In de huidige studie zal het Trimbos-instituut onderzoek doen naar de gevolgen van qatgebruik op individueel niveau (gezondheid, gevolg voor integratie, samenhang met sociaal-economische problemen) en op gemeentelijk niveau (overlast door qathandel en gebruik).

Er worden interviews gehouden met gemeenteambtenaren van 11 gemeenten. Daarnaast worden er 3 focusgroepen georganiseerd met daarin medewerkers van GGD, onderwijsinstellingen, politie en verslavingszorg. Individuele Somaliërs worden via sleutelfiguren benaderd voor interviews.

Meer informatie: Martha de Jonge mjonge@trimbos.nl

60% minder Somaliërs naar Nederland
01-10-2010

In de eerste zes maanden van 2010 is het aantal Somalische asielzoekers dat naar Nederland kwam met 60% gedaald ten opzichte van dezelfde periode in 2009. Er meldden zich in deze periode ongeveer 1.400 Somalische asielzoekers. In het eerste halfjaar van 2009 waren dat er nog ongeveer 3.510.

Ook het aantal verleende asielvergunningen voor Somaliërs is gedaald. In de eerste helft van 2010 kregen circa 1.600 Somaliërs een asielvergunning. Dat is 53% van het totaal aantal behandelde Somalische asielaanvragen. In het eerste halfjaar van 2009 werd nog 64% van de door Somaliërs ingediende asielaanvragen ingewilligd. Het aantal ingewilligde aanvragen voor een inreisvisum op grond van gezinsvorming of -hereniging van Somaliërs is in de eerste helft van 2010 verder afgenomen. Dit is het gevolg van maatregelen die in de afgelopen kabinetsperiode zijn genomen, zoals de afschaffing van het beschermingsbeleid voor Somalië en een maatregel waarbij meer bewijs nodig is om een gezinsband aan te tonen bij nareizende gezinsleden. Dit staat in de rapportage Vreemdelingenketen, waarmee de ministerraad op voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie heeft ingestemd. De rapportage meldt verder dat het totaal aantal asielaanvragen in het eerste halfjaar van 2010 verder is teruggelopen. Het totaal aantal aanvragen bedroeg circa 6.290, een afname van 15% ten opzichte van het aantal van circa 7.380 in het eerste halfjaar van 2009. In vergelijking met andere EU-landen neemt Nederland in 2009 een zevende plaats in voor wat betreft het aantal asielaanvragen. Nederland had een aandeel van zes procent van de totale instroom in de EU. In het eerste halfjaar van 2010 werden circa 24.200 aanvragen voor een inreisvisum, een zogenoemde machtiging voorlopig verblijf (MVV) ingediend. Dat is een stijging van 10% ten opzichte van het eerste halfjaar van 2009. Het totaal aantal afgehandelde MVV-aanvragen in het eerste halfjaar van 2010 bedroeg ongeveer 26.630. Hiervan is circa 14.970 ingewilligd en circa 11.220 afgewezen. Het totaal aantal ingediende aanvragen voor een verblijfsvergunning regulier bedroeg in de eerste helft van 2010 ongeveer 24.540. Ten opzichte van dezelfde periode in 2009 is dat een daling van 6%. Deze daling betreft vooral het aantal aanvragen dat is ingediend in het kader van gezinsmigratie en arbeid. Het aantal kennismigranten dat naar Nederland wil komen is in de eerste helft van 2010 gestegen met 4%. Het aantal vreemdelingen dat aantoonbaar uit Nederland vertrok, is gestegen met 18% ten opzichte van het eerste halfjaar van 2009. In totaal zijn er in het eerste halfjaar van 2010 circa 5.690 vreemdelingen aantoonbaar uit Nederland vertrokken. In de eerste zes maanden van 2010 handelde de Dienst Terugkeer en Vertrek de zaken van ongeveer 7.490 vreemdelingen af. Dit is een stijging van 40% ten opzichte van dezelfde periode in 2009. Het grootste gedeelte van deze vreemdelingen, ongeveer 5.300 personen, is vertrokken waarvan 55% aantoonbaar. In het eerste halfjaar van 2010 zijn er ongeveer 1.470 via bemiddeling van de Internationale Organisatie voor Migratie teruggekeerd naar het land van herkomst of hervestigd in een derde land. Dat is een stijging van 14% ten opzichte van het eerste halfjaar van 2009.

Bron: Rijksoverheid.nl

woensdag 7 september 2011

Extra geld voor noodhulp Somalië'


'Extra geld voor noodhulp Somalië'
Laatste update: 2 september 2011 15:31 info
DEN HAAG - Nederland geeft 10 miljoen euro extra voor noodhulp in het door hongersnood geteisterde Somalië.

Foto: ANP
Staatssecretaris Ben Knapen (Ontwikkelingssamenwerking) heeft dat vrijdag besloten, een dag na zijn bezoek aan de Somalische hoofdstad Mogadishu.
''Omdat Somalië het hart van de huidige crisis in de Hoorn van Afrika vormt, is hulp hier het hardst nodig'', stelde hij.
Het extra geld komt bovenop de 15 miljoen euro die Nederland al had toegezegd voor humanitaire hulp voor de regio, die kampt met extreme droogte.
De nieuwe bijdrage gaat naar een fonds dat door de Verenigde Naties wordt beheerd. Vanuit dat fonds worden voedselhulp, veilig drinkwater en betere sanitaire voorzieningen betaald.
Misbruik
Knapen heeft met de Somalische autoriteiten en hulporganisaties gesproken over maatregelen om misbruik van de hulp te voorkomen.
Volgens de bewindsman doen hulporganisaties er alles aan om te voorkomen dat die hulp in verkeerde handen terechtkomt.
Leeg
Met nog 4 maanden te gaan, is Nederland dit jaar al door het budget voor noodhulp heen. In het potje zat 250 miljoen euro. Met de extra gift vrijdag van 10 miljoen euro voor Somalië is al het geld besteed.
Knapen erkende vrijdag na afloop van de ministerraad dat het potje strikt genomen leeg is. Als er tussen nu en het einde van het jaar nog ergens humanitaire hulp nodig is na bijvoorbeeld een ramp, zou hij zich gedwongen voelen ruimte te maken binnen de lopende uitgaven.
Noodhulp wordt wel de EHBO van ontwikkelingssamenwerking genoemd. Het geld kan worden gebruikt voor hulp aan slachtoffers van natuurrampen, gewapende conflicten en aanslagen.
Dat het potje voor noodhulp nu leeg is, is volgens Knapen geen signaal naar de politiek dat er meer geld nodig is. ''Maar noodhulp kan altijd meer gebruiken'', voegde hij eraan toe.
Lees meer over de hongersnood in de Hoorn van Afrika

ikraan caraale hees cusub 2011

dinsdag 6 september 2011

FAROOLE & SHARIIKA

Prof. Abdi Samatar Isbadalka Siyaasada Soomaaliya

muqdish iyo hargeysa

hARGEYSA IYO MUQDISHO

Maxaa Uraya? - Xinne Xiirey (Comedy) lool

Cawayska cawke iyo Qoomaal (Full Video)

Profiel 2011


Profiel 2011
Dit boekje beschrijft de integratiepositie van Somaliërs in Nederland in 2011. Het is geschreven door dr. Anja van Heelsum van de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van de directie Inburgering en Integratie van het ministerie van BZK. Het is een update van het profielboekje dat BZK heeft uitgebracht in het jaar 2000.

Er wonen per 1 januari 2010 iets meer dan 27.000 Somaliërs in Nederland. Daarvan is ongeveer een kwart 2e generatie. Het merendeel van de Somaliërs is naar Nederland gekomen om redenen van politiek asiel. Vanwege de onzekere politieke situatie in Somalië zullen naar verwachting ook in de toekomst Somalische asielzoekers naar Nederland blijven komen.

De integratiesituatie van Somaliërs is ongunstig. De meesten hebben nauwelijks onderwijs genoten in het land van herkomst. Daarnaast zijn er veel problemen op psychosociaal vlak en in de gezinnen, in combinatie met armoede en matige huisvesting. Vooral voor de 1e generatie is extra onderwijs nodig om een stabiele plek op de Nederlandse arbeidsmarkt te kunnen verwerven. De onderzoekster beveelt aan om bij het aanpakken van de problemen samen te werken met de Somalische gemeenschap.

maandag 5 september 2011

somali multicultural show 2011


GroenLinks stelt vragen over de positie van vrouwen in Afghanistan, Kongo, Somalië, Pakistan en India. Op 15 juni 2011 heeft de website voor juridische experts TrustLaw een enquête gehouden onder 213 genderexperts in verschillende landen over heel de wereld. Het doel van deze enquête was het in kaart brengen van de landen waar de positie van vrouwen het slechtst is. Het onderzoek gaat om onder meer zes risicofactoren, te weten: gezondheid, bedreiging, seksueel georiënteerd geweld, niet-seksueel georiënteerd geweld, culturele en religieuze factoren, gebrek aan inkomsten en gevaar voor mensenhandel.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Tofik Dibi wil van minster Leers van Immigratie en Asiel (I en A) weten wat deze conclusies betekenen voor de positie van deze vrouwen. Het is belangrijk te weten welke conclusies hij daaruit trekt, omdat die een rol kunnen spelen bij het besluit over terugkeer naar het land van herkomst. Eerder debatteerde de Kamer over de risico’s die verwesterde meisjes en vrouwen lopen in streng Islamitische landen en de psychosociale druk die ze daar ervaren.

Uit het onderzoek blijkt dat de positie van vrouwen in Kongo, Somalië, Pakistan en India erbarmelijk is. Volgens Dibi is het onterecht dat de minister alleen uitzonderingen maakt voor Afghaanse meisjes. Hij wil in een reactie van Leers horen waarom de positie van Afghaanse meisjes en vrouwen wezenlijk anders is dan die van meisjes in de andere landen in de top 5.

Vragen van het lid Dibi aan minister Leers van Immigatie en Asiel.

Is de Minister bekend met het onderzoek, verricht door TrustLaw, over de positie van vrouwen in verschillende landen?

Deelt de Minister de uitkomsten van de door TrustLaw verrichte enquête onder 213 “gender” experts? Zo nee, kan de Minister aangeven waarom hij het niet eens is met de uitkomsten van deze enquête?

Deelt de Minister de mening van het onderzoek dat de situatie in de ‘top vijf’ landen, waar de positie voor vrouwen en meisjes als “zeer slecht” wordt beschreven, dusdanig is dat er de facto geen significant verschil bestaat in de positie van vrouwen en meisjes in deze landen? Zo, nee kan de Minister dan aangeven waarom hij de positie van vrouwen en meisjes in onder meer Kongo, Somalië, Pakistan en India significant beter acht dan die voor vrouwen en meisjes in Afghanistan?

Kan de Minister uiteenzetten in hoeverre de resultaten van dit onderzoek zich verhouden tot het beleid van de Minister waarbij “door een samenstel van factoren, terugkeer naar Afghanistan een onevenredige psychosociale druk ontstaat” en derhalve terugkeer van “meisjes met een verwesterde levensstijl” niet gevraagd kan worden?

Kan de Minister aangeven of de situatie in onder meer Kongo, Somalië, Pakistan en India voldoet aan de “samenstel van factoren die kunnen leiden tot een onevenredige psychosociale druk”? Zo nee, kan de Minister dan, alsmede in het kader van het eerdergenoemde onderzoek, exact aangeven waarom hij de mening is toebedeeld dat er in deze landen geen sprake is van een dergelijke “samenstel van factoren..”?

Is de Minister bereid zijn beleid hierin, alsmede in het kader van dit onderzoek, te herzien? Zo nee, kan de Minister dan aangeven waarom hij dit niet nodig acht?

Is de Minister voorts bereid in individuele gevallen bij vrouwen en meisjes uit onder meer Kongo, Somalië, Pakistan en India eenzelfde “samenstel van factoren die kunnen leiden tot een onevenredige psychosociale druk” te hanteren als bij vrouwen en meisjes uit Afghanistan?