modern nation-state maandeeq union NU2011 EX-SOMALIE

modern nation-state maandeeq union NU2011 EX-SOMALIE
SAB END SAMAALE

A long way to go for peace

A long way to go for peace
somalia

HIDO IYO DHAQAN

HIDO IYO DHAQAN

Pageviews vorige maand

maandeeq leiden

maandag 5 september 2011

somali multicultural show 2011


GroenLinks stelt vragen over de positie van vrouwen in Afghanistan, Kongo, Somalië, Pakistan en India. Op 15 juni 2011 heeft de website voor juridische experts TrustLaw een enquête gehouden onder 213 genderexperts in verschillende landen over heel de wereld. Het doel van deze enquête was het in kaart brengen van de landen waar de positie van vrouwen het slechtst is. Het onderzoek gaat om onder meer zes risicofactoren, te weten: gezondheid, bedreiging, seksueel georiënteerd geweld, niet-seksueel georiënteerd geweld, culturele en religieuze factoren, gebrek aan inkomsten en gevaar voor mensenhandel.

GroenLinks-Tweede Kamerlid Tofik Dibi wil van minster Leers van Immigratie en Asiel (I en A) weten wat deze conclusies betekenen voor de positie van deze vrouwen. Het is belangrijk te weten welke conclusies hij daaruit trekt, omdat die een rol kunnen spelen bij het besluit over terugkeer naar het land van herkomst. Eerder debatteerde de Kamer over de risico’s die verwesterde meisjes en vrouwen lopen in streng Islamitische landen en de psychosociale druk die ze daar ervaren.

Uit het onderzoek blijkt dat de positie van vrouwen in Kongo, Somalië, Pakistan en India erbarmelijk is. Volgens Dibi is het onterecht dat de minister alleen uitzonderingen maakt voor Afghaanse meisjes. Hij wil in een reactie van Leers horen waarom de positie van Afghaanse meisjes en vrouwen wezenlijk anders is dan die van meisjes in de andere landen in de top 5.

Vragen van het lid Dibi aan minister Leers van Immigatie en Asiel.

Is de Minister bekend met het onderzoek, verricht door TrustLaw, over de positie van vrouwen in verschillende landen?

Deelt de Minister de uitkomsten van de door TrustLaw verrichte enquête onder 213 “gender” experts? Zo nee, kan de Minister aangeven waarom hij het niet eens is met de uitkomsten van deze enquête?

Deelt de Minister de mening van het onderzoek dat de situatie in de ‘top vijf’ landen, waar de positie voor vrouwen en meisjes als “zeer slecht” wordt beschreven, dusdanig is dat er de facto geen significant verschil bestaat in de positie van vrouwen en meisjes in deze landen? Zo, nee kan de Minister dan aangeven waarom hij de positie van vrouwen en meisjes in onder meer Kongo, Somalië, Pakistan en India significant beter acht dan die voor vrouwen en meisjes in Afghanistan?

Kan de Minister uiteenzetten in hoeverre de resultaten van dit onderzoek zich verhouden tot het beleid van de Minister waarbij “door een samenstel van factoren, terugkeer naar Afghanistan een onevenredige psychosociale druk ontstaat” en derhalve terugkeer van “meisjes met een verwesterde levensstijl” niet gevraagd kan worden?

Kan de Minister aangeven of de situatie in onder meer Kongo, Somalië, Pakistan en India voldoet aan de “samenstel van factoren die kunnen leiden tot een onevenredige psychosociale druk”? Zo nee, kan de Minister dan, alsmede in het kader van het eerdergenoemde onderzoek, exact aangeven waarom hij de mening is toebedeeld dat er in deze landen geen sprake is van een dergelijke “samenstel van factoren..”?

Is de Minister bereid zijn beleid hierin, alsmede in het kader van dit onderzoek, te herzien? Zo nee, kan de Minister dan aangeven waarom hij dit niet nodig acht?

Is de Minister voorts bereid in individuele gevallen bij vrouwen en meisjes uit onder meer Kongo, Somalië, Pakistan en India eenzelfde “samenstel van factoren die kunnen leiden tot een onevenredige psychosociale druk” te hanteren als bij vrouwen en meisjes uit Afghanistan?

Geen opmerkingen: